Wetgeving & Richtlijnen

 

Ieder gebouw is een verzameling van producten: bakstenen, kozijnen, ramen, dakpannen, zonnepanelen enzovoort. Al deze producten bestaan uit grondstoffen en juist het winnen van deze grondstoffen, het vervoer en de verwerking ervan tot een bouwproduct zorgt voor enorme milieubelasting. Bouwproducten alleen zijn verantwoordelijk voor maar liefst 11% van de nationale CO2-uitstoot. 

Toch blijft de vraag naar gebouwen onverminderd groot. Dat betekent dat de bouw meer bewust en toekomstbestendig moet worden. Zowel nationaal en internationaal zijn er regels en richtlijnen met betrekking tot toekomstbestendige bouw.

Wetgeving NL: MPG in het bouwbesluit

De Milieuprestatie Gebouwen (MPG) maakt de milieu impact impact per gebouw inzichtelijk, aan de hand van de Life Cycle Assessments (LCA’s) van producten. Deze LCA’s maken de milieu-impact inzichtelijk aan de hand van 11 verschillende thema’s (op basis van A1-data). Daaruit kunnen we lezen hoe ‘goed’ of ‘slecht’ een product is voor het milieu. Daarom is het goed om te sturen op een zo laag mogelijke CO2-impact per te gebouwen vastgoedobject, dus een zo laag mogelijke MPG. Dat betekent onder andere een beargumenteerde afweging van de te gebruiken materialen in een gebouw.

Voor nieuwbouw woningen en voor grote kantoorgebouwen (groter dan 100m2) geldt dat deze aan een MPG-norm moeten voldoen van 0,5 of lager, op basis van de Nationale Milieudatabase A1-dataset. Deze norm wordt aangepast bij de overgang van de A1 naar de A2-dataset, welke materialen beoordeelt over meer milieu-impactcategorieën dan de A1-dataset. Vooralsnog is er geen uitspraak gedaan over wanneer deze regel ingaat. Verder worden er – vooralsnog – geen wettelijke circulariteits- of materiaalgebonden CO2-eisen gesteld.

Beperkte formele wetgeving betekent echter niet dat er geen sturing is op verantwoord materiaalgebruik binnen de bouw en vastgoedsector. Zo worden aspecten als percentage bio-based materiaalgebruik, losmaakbaarheid of de BCI-indexscore regelmatig meegenomen in het Programma van Eisen of als gunningscriterium bij aanbestedingen.

Wetgeving EU: CSRD Rapportageverplichting

Op 31 juli 2023 is de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) aangenomen door de Europese Commissie. Het doel van de CSRD is om de kwaliteit van duurzaamheidsinformatie en transparantie over milieu- en sociale impact van organisaties te vergroten, en zo de transitie naar een toekomstbestendige economie in lijn met de EU Green Deal te realiseren.

De komende jaren moet een grote groep organisaties verplicht rapporteren over hun milieu- en sociale impact, duurzaamheidsbeleid en -prestaties. Dit heeft grote gevolgen voor de rapporterende organisaties, aangezien de duurzaamheidsrapportage voor het eerst op gelijke voet komt te staan met de financiële rapportage die organisaties al gewend zijn.

In Nederland zullen duizenden organisaties een verslag volgens de CSRD moeten opstellen. Dit zijn organisaties die twee boekjaren op rij, aan tenminste twee van de drie criteria voldoen:

  • Meer dan 250 medewerkers.
  • Meer dan 50 miljoen omzet.
  • Meer dan 25 miljoen op de balans.

Organisaties die buiten het toepassingsbereik vallen, kunnen wel degelijk de effect van de nieuwe regelgeving ervaren. De rapporterende organisaties moeten namelijk duurzaamheidsinformatie ophalen bij hun toeleveranciers en ander ketenpartners. Hierdoor heeft de CSRD gevolgen voor te gehele (toe)leveringsketen.

Als gevolg van de CSRD zal de vraag naar duurzaamheidsinformatie enorm toenemen, ook op het gebied van materiaalgebruik en circulariteit.

Waarover de organisaties moeten rapporteren is uitgewerkt in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Hierin staat bijvoorbeeld beschreven wat de organisatie over klimaatverandering, circulariteit en de eigen werknemers moet rapporteren en op welke wijze.

Deze Europese standaarden sluiten aan op de internationale rapportage systematiek van ESG. Zo zijn er vijf standaarden voor milieudoelen (Environmental), drie standaarden voor sociale doelen (Social) en één standaard over het zakelijk gedrag van de organisatie (Governance).

Organisaties die moeten rapporteren zullen hun processen voor gegevensverzameling en controle op orde moeten hebben om te kunnen voldoen aan de grote hoeveelheid gevraagde informatie.

BCI Gebouw helpt bij het invullen van datapunten onder E1 en E5.

Specifiek gaat het hier om de invulling van:

  • E1 Scope 3 emissies

De scope 3 emissies in de waardeketen van bouwmaterialen; Global Warming Potential (GWP).

  • E1-7

Het in kaart brengen van Construction Stored Carbon (CSC) ofwel de opgeslagen CO2 in bouwmaterialen. Inclusief de berekeningsaannames en toegepaste methodologie.

  • E5–4

De totale massa materiaalgebruik in projecten, waarbij de herkomst gesplitst is in nieuw, hernieuwbaar, gerecycled of hergebruikt materiaal.

  • E5–5

Het einde levensduur scenario voor producten en materialen, gesplitst in hergebruik, recycling, verbranding of stort.

  • Impact op het milieu

Ook geeft BCI Gebouw inzicht in de 19 milieu-impact categorieën. Hiermee krijgt de organisatie inzicht in welke substantiële milieu effecten er plaatsvinden in de waardeketen. Bovendien kunnen er met behulp van BCI Gebouw diverse strategieën ontwikkeld worden om deze milieu impact te verminderen.

*Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken volgens de Europese norm EN 15804.

De datapunten uit BCI Gebouw vormen een solide basis voor de analyse op impact, risico’s en kansen in de bedrijfsvoering alsmede de strategievorming op materiaalgebruik en circulariteit. Bijvoorbeeld door te reflecteren op de gerapporteerde datapunten, aan te geven welke mogelijkheden er zijn voor de organisatie om de prestaties te verbeteren.

Referentie: https://www.ser.nl/nl/thema/imvo/wetgeving/eu-duurzaamheidsrapportage

Richtlijn NL: Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023 – 2030

De Rijksoverheid heeft in februari 2023 de beleidsnota NPCE 2023 – 2030 gepubliceerd. Hiermee laat de Rijksoverheid zien de transitie van de lineaire naar de circulaire economie hoog op de agenda te zetten. Hoewel het vervolg op deze beleidsnota de inhoud van dit programma moet concretiseren, zijn de contouren overduidelijk:

  • Vanaf 2023 wordt al het te bouwen vastgoed uit opdracht van de Rijksoverheid zo circulair mogelijk uitgevoerd.
  • In 2050 moet al het vastgoed in Nederland 100% circulair worden uitgevoerd.
  • In 2030 dienen we als land hierin halverwege te zijn.

Hoewel de exacte definitie van circulariteit vanuit de Rijksoverheid nog vorm gegeven dient te worden, wijzen alle aanbestedingen nu op het minimaliseren van het percentage virgin grondstoffen en het maximaliseren van losmaakbaarheid en hergebruik.

Nationaal programma circulaire economie - Circulair bouwen

Richtlijn NL: Het Nieuwe Normaal

Om de transitie van de lineaire naar de circulaire bouweconomie te versnellen, zijn de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht een coöperatie gestart met de 6 grootste bouwbedrijven in Nederland: Cirkelstad.

Samen hebben zij een manifest opgesteld aan kwalitatieve en kwantitatieve norm voor circulair bouwen. Deze norm is zowel haalbaar als ambitieus en zorg een voor eenduidige taal over circulaire prestaties in de gebouwde omgeving.

Het Nieuwe Normaal is hiermee dé meetlat waarlangs de circulaire prestaties binnen Nederland worden afgemeten. Onderstaand overzicht geeft weer welke indicatoren onderdeel zijn van Het Nieuwe Normaal. BCI Gebouw is official partner van Cirkelstad en Het Nieuwe Normaal. Alle genoemde kwantitatieve indicatoren vanuit Het Nieuwe Normaal zijn dan ook meetbaar met BCI Gebouw.

Het nieuwe normaal - Circulair bouwen

Richtlijn Int.: BREEAM

BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en wordt gebruikt in meer dan 80 landen wereldwijd. De methode is oorspronkelijk ontwikkeld door het Building Research Establishment (BRE). Dutch Green Building Council heeft de methode geschikt gemaakt voor Nederland. Vandaar dat wij spreken van BREEAM-NL in Nederland.

BREEAM-NL is een certificeringsmethode voor een duurzaam gebouwde omgeving. Met deze methode kunnen projecten worden beoordeeld op integrale duurzaamheid. BREEAM-NL heeft vier keurmerken. Voor nieuwbouw- en renovatieprojecten is er BREEAM-NL Nieuwbouw (en Renovatie). Bestaande gebouwen worden beoordeeld met In-Use, sloopprojecten met Sloop en Demontage en complete gebieden met BREEAM-NL Gebied.